Ik ben niet bang voor de dood
Conny (54) had last van een dikke, pijnlijke arm. Het bleek trombose. Bij onderzoek op de spoedeisende hulp bleek dat ze kanker in haar lymfeklieren had. Een biopt wees de boosdoener aan: longkanker. ‘Ik had zoveel uitzaaiingen dat ze me niet konden bestralen.’
Paarse vlekken
‘Ik voelde me eigenlijk prima. Op die dikke arm na. Ja, ik had ook wat pijn in mijn kuiten, en paarse vlekken op mijn borst. Maar ik dacht niet aan kanker. Gek eigenlijk, want er zijn zo veel mensen om mij heen weggevallen door kanker. Toen we het hoorden, schrokken we natuurlijk wel. Vooral mijn man en dochter. Die hebben heel veel gehuild.’
Palliatieve behandeling bij longkanker
‘De dokter zei dat ik ongeneeslijke longkanker fase 4 had. Maar er was wel een behandelplan. Daar was ik al blij mee. Ik zou sterke chemo- en immunotherapie krijgen. En na vier behandelingen was de kanker weg. Ik krijg nu nog steeds elke drie weken een infuus met chemo- en immuno. En ik heb elke drie maanden een scan. Maar er is nog steeds geen kanker te zien.’
Genezen?
‘Officieel ben ik nog steeds ongeneeslijk ziek. Maar zo voel ik me niet. Natuurlijk, elke scan is spannend. Maar als het elke keer goed is, voel ik me toch genezen. Ik voel me goed, heb geen bijwerkingen. Ik ben niet moe en heb geen pijn. Ik heb lang geleden ooit een depressie gehad. Dat was het allerergste dat mij kon overkomen.’
Contact met de longarts bij longkanker
‘Ik heb goed contact met mijn longarts in het ziekenhuis. Hij zegt niet dat ik genezen ben, want je weet natuurlijk nooit. Ik heb nu 18 behandelingen gehad. Je mag er in totaal 32. En dan is het ‘zonder bandjes zwemmen’, zo noemt mijn arts het. Ik laat mijn leven in ieder geval nergens meer door beïnvloeden. Ik leef mijn leven en geniet van alles.’
Meedoen aan studie als patiënt in de palliatieve fase
‘Ik mocht meedoen aan een studie in het ziekenhuis. Dat heb ik op het allerlaatst afgezegd. Ik heb ook MS en ineens voelde het niet goed. Wat als mijn MS zou opspelen door die studie? En ik zou veel vaker en langer naar het ziekenhuis moeten. Dat wilde ik niet. Ik schaamde me wel omdat ik eerst ja had gezegd. Maar iedereen begreep het.’
Niet bang
‘Ik ben van mezelf een positief mens. Dat heb ik van mijn vader denk ik. Ik kan wel op de bank zitten huilen, maar daar word ik niet beter van. En de mensen om mij heen ook niet. Mijn moeder was 52 jaar toen ze overleed. Ze had longemfyseem. Zij was zo bang, voor alles: het ziekenhuis en de dood. Ze bleef roken, nog op haar sterfbed. Al heeft ze zo haar best gedaan om te stoppen voor ons, ik zou willen dat het bij mij anders gaat. Ik ben inmiddels acht maanden gestopt met roken.’
Niet bang voor de dood
‘Ik ben niet bang voor de dood. Ik maak er ook wel grappen over, maar dat vindt mijn familie niet altijd leuk. Zij waren heel emotioneel toen ik mijn diagnose kreeg. Ik eigenlijk niet. Als het zo is, dan is het zo. Ik denk dat als je dood bent, je je hetzelfde voelt als dat je slaapt. Je merkt er eigenlijk niets meer van.’
Conny is 54 jaar. Ze heeft uitgezaaide longkanker