Klachten
Zorg en hulp
Keuzes
Naasten
Wat is palliatieve zorg?
Opgeslagen pagina's
Er zijn geen resultaten gevonden.
A
Afgesloten/stilliggende darmen
Je darmen zijn altijd in beweging. Maar niet bij een ileus: dan liggen ze stil, of zijn ze helemaal afgesloten. Dat geeft pijn, en zorgt er dat er geen voedingsstoffen meer in je bloed worden opgenomen.
Angst
Als je in je laatste levensfase zit, is het logisch dat je je soms angstig, bang of gespannen bent. Er is gelukkig wel veel aan te doen.
B
Benauwdheid
Als er niet genoeg zuurstof in je lichaam komt, heb je het benauwd. Andere woorden voor benauwdheid zijn: kortademigheid en dyspneu.
Blaas- en nierklachten
In de palliatieve fase kun je problemen krijgen met je blaas en/of nieren. Denk bijvoorbeeld aan niet goed kunnen plassen, of juist het niet kunnen ophouden van je plas. De klachten kunnen allerlei oorzaken hebben.
Blaas niet goed leeg kunnen plassen
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Dat kan allerlei klachten geven, zoals pijn, blaasontsteking of nierbekkenontsteking.
Blaaskatheter-problemen
Een blaaskatheter is een slangetje waardoor je plas vanuit je blaas naar buiten kan. Die is moeilijk in te brengen of blijft hij niet goed zitten. Of: de blaaskatheter kan pijn en/of een blaasontsteking geven, of verstopt raken.
Bloed uit de vagina
Als er veel bloed uit je vagina komt, of als je bloedt terwijl je niet ongesteld bent (bijvoorbeeld in de menopauze of tussen twee menstruaties in), is dat niet normaal. In de palliatieve fase komt ernstig vaginaal bloedverlies vaak door kanker.
D
Darmproblemen
In de palliatieve fase kun je te maken krijgen met darmklachten. Darmklachten zijn niet alleen vervelend, ze kunnen ook andere klachten veroorzaken.
Depressie
Als je weet dat je niet meer beter wordt, ziet je leven er ineens heel anders uit. Dat geeft vaak verdriet, angst en somberheid. Dat is heel normaal. Maar als je sombere gevoel ernstig is en lang aanhoudt, dan kun je in een depressie raken.
Diarree
Diarree is heel vervelend en kan ook andere klachten veroorzaken. Je kunt er bijvoorbeeld veel vocht door verliezen en uitgedroogd raken.
Doorliggen
Als je veel stil ligt of zit, wordt je lichaam minder doorbloed. Je huid en/of het weefsel onder je huid kan kapot gaan. Dat noem je doorligwonden of decubitus.
Droge mond
Een droge mond lijkt misschien een klein probleem, maar je kunt er veel last van hebben. Je kunt bijvoorbeeld minder goed eten.
Dwarslaesie
Bij een dwarslaesie zijn zenuwen beschadigd of zelfs helemaal onderbroken. Dat zorgt dat je minder kracht hebt, minder voelt of zelfs verlamd raakt. Bij patiënten in de palliatieve fase wordt een dwarslaesie meestal veroorzaakt door tumoren.
F
Fistels
In je lichaam zitten holle organen. Ze worden zo genoemd omdat ze eruit zien als een zak of een buis. Het kan dat door een ziekte, een verbinding ontstaat. Dat noem je een fistel.
G
Gebroken heup
Voor ouderen met een kwetsbare gezondheid zorgt een operatie bij een gebroken heup voor extra risico’s zoals longontsteking, blaasontsteking en verwardheid. Niet-opereren kan ook een optie zijn.
Geen trek hebben/afvallen
Als je lang of ernstig ziek bent, kan het zijn dat je (veel) afvalt. Daardoor raak je niet alleen vet kwijt, maar vaak ook spierweefsel.
H
Hik
Als je ernstig ziek bent, kan de hik je veel last geven. Vooral als de hik lang duurt: uren, dagen of nog langer. Dan kan je uitgeput raken, problemen krijgen met eten, of last krijgen van je hart.
Hoesten
Een gezond mens hoest ongeveer twee keer per uur. Als je lang, vaak of heel hard moet hoesten, kan dat een teken zijn dat je ziek bent.
I
Infecties en ontstekingen in de mond
Een ontsteking kan worden veroorzaakt door een infectie. Bij een infectie heb je altijd te maken met ziektekiemen: virussen, bacteriën of schimmels.
J
Jeuk
Iedereen heeft wel eens jeuk. Jeuk hoeft niet te betekenen dat je ziek bent. Maar in de palliatieve fase kan je (ernstige) jeuk krijgen die het gevolg is van ziekte of medicijnen. Dan helpt krabben niet, en kan de jeuk heel vermoeiend zijn.
K
Koorts
Als je koorts krijgt, heb je het koud, maar ben je warm. Als je koorts zakt, ga je zweten om weer op je gewone temperatuur te komen.
M
Misselijkheid/overgeven
Misselijkheid zorgt ervoor dat je niets meer wilt eten of drinken. Overgeven zorgt ervoor dat de ‘gevaarlijke’ stoffen uit je maag verdwijnen. Je kunt al misselijk worden als je aan bedorven eten of vieze dingen denkt.
Mondproblemen
In de palliatieve fase kun je te maken krijgen met mondklachten. Denk aan een droge mond, ontsteking, wondjes of pijn.
P
Pijn
In de palliatieve fase kan pijn een grote rol spelen. Het kan dan om erge pijn gaan, en/of pijn die maar niet weggaat. Zulke pijn kan je leven veranderen. Je kunt er somber of uitgeput van raken.
Pijn aan de urinewegen
Pijn aan je urinewegen kan allerlei oorzaken hebben. Denk bijvoorbeeld aan nierstenen, infecties of tumoren. Het is dus erg belangrijk om uit te zoeken waar het door komt.
Pijn in de mond
Mensen in de palliatieve fase krijgen vaak te maken met pijn of een branderig gevoel in de mond. Dat kan weinig last geven, of juist veel.
Problemen met seksualiteit/intimiteit
Ook als je ziek bent kan je behoefte hebben aan intimiteit: aanraking, knuffelen en seks. Zelfs in de eindfase van je leven. Intimiteit kan veel voor de kwaliteit van leven betekenen.
S
Slecht slapen
Goed slapen is belangrijk. Maar in de palliatieve fase krijg je vaak te maken met slaapproblemen.
Slechte adem
Een vies ruikende adem komt niet alleen voor in de palliatieve fase. Maar het komt wel váker voor. Het kan allerlei oorzaken hebben, zoals een droge mond, problemen met de maag of een tumor in de mond.
Smaakproblemen
In de palliatieve fase kan de smaak veranderen of zelfs verdwijnen. Daar kun je wat aan doen.
T
Te hoog calcium
Als er botweefsel wordt afgebroken, komt er calcium uit de botten in het bloed. Te veel calcium in het bloed geeft vaak ernstige klachten. Het is dus belangrijk om er op tijd iets aan te doen.
Trombose/longembolie
Bij trombose is een ader verstopt door een bloedpropje. Het kan gebeuren dat zo’n bloedprop losraakt, en door het hart naar de longen wordt gepompt. Daar kan het dan een longslagader afsluiten. Dat heet een longembolie.
U
Uitdroging
Als je veel water verliest of te weinig water drinkt, droog je uit. Uitdroging heeft allerlei gevolgen, zoals sufheid en moeheid.
Uitzaaiingen in de hersenen
Als cellen van een tumor losraken en ergens anders in het lichaam terechtkomen, kunnen ze daar ook gaan groeien. Als zo’n uitzaaiing in de hersenen zit, noem je dat een hersenmetastase.
Urineophoping in nierbekken en/of urineleider
Het kan gebeuren dat de urine niet naar de blaas kan, maar in het nierbekken, in een urineleider of bij de ingang van de blaas blijft steken. Je merkt niet altijd iets van urineophoping, maar het kan ook (heftige) pijn en/of infecties geven.
Urineverlies
Als je je plas niet goed op kunt houden, heet dat urine-incontinentie. Dat is een klacht die veel voorkomt en die allerlei oorzaken kan hebben.
V
Vermoeidheid
In de palliatieve fase krijgen veel mensen te maken met vermoeidheid. Het is geen ‘gewone’ vermoeidheid, die na een nachtje slapen wel weer over is. Je kunt je lichamelijk en/of geestelijk uitgeput voelen.
Verstopping
Je hebt een verstopping als je minder vaak poept dan voor jou normaal. Een ander woord voor verstopping is obstipatie of constipatie.
Verwardheid
Als je een delier hebt, word je ineens (binnen uren of dagen) verward. Alleen als je een lichamelijke ziekte hebt, kun je een delier krijgen.
Vocht in de buikholte
Het kan gebeuren dat er in de laatste fase van je leven vocht in je buikholte komt (ascites). Dat hoeft niet altijd klachten te geven. Maar het kan ook zijn dat je er veel last van hebt.
W
Wonden door kanker
Bij kanker kunnen er wonden ontstaan. Een wond die ontstaat door een tumor of uitzaaiing noemen we een oncologisch ulcus. Een wond die ontstaat door behandeling noemen we een oncologische wond.
Z
Zweten
Als je overmatig zweet, verlies je (zonder dat je je inspant en zonder dat het erg warm is) een paar liter of meer per dag. Dat gebeurt vooral ’s avonds en ’s nachts.
Stel jouw vraag