Smaakproblemen
Smaak zorgt ervoor dat je plezier hebt in eten en drinken. Maar het waarschuwt je ook voor bedorven, beschimmeld of aangebrand eten en onrijp fruit. Goed kunnen proeven is dus belangrijk. In de palliatieve fase kan de smaak veranderen of zelfs verdwijnen.
Wat zijn smaakproblemen?
Proeven doe je vooral met je tong. Daar zitten kleine bobbeltjes op, de smaakpapillen, die zorgen dat je zoet, zuur, zout, bitter en umami kunt proeven. Als je iets eet of drinkt, proef je bijna altijd verschillende basissmaken tegelijk. Een dropje is bijvoorbeeld zoet én zout. Je smaak wordt ‘geholpen’ door je reuk. Als je een verstopte neus hebt, kun je minder goed proeven.
Er zijn drie soorten problemen met de smaak:
- je smaak verandert (dysgeusie), een metaalsmaak of een bittere smaak komen hierbij het meeste voor
- je proeft minder (hypogeusie)
- je proeft helemaal niets meer (ageusie)
Wat merk ik van smaakproblemen?
Als je minder proeft, of een vieze smaak in je mond hebt:
- verlies van plezier in eten en drinken
- afvallen, gewicht verliezen, ondervoeding
- afkeer van tandpasta, mondwater en medicijnen in de mond
Oorzaken van smaakproblemen
Problemen met de smaak kunnen diverse oorzaken hebben:
- erfelijke aanleg
- roken
- slechte mondverzorging
- droge mond
- verstopte neus
- een tekort aan zink
- tumoren in de hersenen
- ernstige bloedarmoede
- infecties in de mond
- beschadiging van reuk- en smaakzenuwen
- suikerziekte (diabetes mellitus)
- slecht werkende lever (leverfalen)
- slecht werkende nieren(nierschade)
- medicijnen
- chemotherapie
- bestraling
- verwijdering van gehemelte, tong of strottenhoofd
Onderzoek
De arts zal je eerst vragen stellen over je voorgeschiedenis (hoe het vroeger met je ging)en je klachten. Daarna onderzoekt zij je mond.
Het kan zijn dat je arts meer onderzoeken voorstelt, zoals:
- bloedonderzoek, bijvoorbeeld om te zien of je bloedarmoede, suikerziekte en lever- of nierproblemen hebt
- een kweek, om te zien of je een schimmel- of bacteriële infectie in je mond hebt
Smaakproblemen: wat kan eraan gedaan worden?
Als de oorzaak van de smaakstoornis bekend is, is het belangrijk om die aan te pakken. Dat kan bijvoorbeeld door:
- verandering van medicatie
- behandeling van infecties van de mondholte
- behandeling van een droge mond
- behandeling van bloedarmoede
- behandeling van de ziekte die de smaakstoornis veroorzaakt
Als de oorzaak onbekend is of niet behandeld kan worden of als behandeling van de oorzaak onvoldoende helpt, richt de behandeling zich op het verminderen van de klachten.
Mondverzorging:
- vet lippen en mondhoeken in met vaseline
- spoel je mond vier tot tien keer per dag met zout water (één afgestreken theelepel zout in een glas water)
- poets je tanden met een zachte tandenborstel of met een elektrische tandenborstel
- maak één keer per dag de ruimte tussen je tanden en kiezen goed schoon; met tandenstokers, ragers en/of flosdraad
- poets je tong met een zachte tandenborstel of maak hem schoon met een tongschraper
- maak je kunstgebit of plaatje goed schoon
Algemene tips
- stoppen met roken
- geen dingen eten of drinken die je een nare smaak geven
- als je de smaak van metaal in je mond hebt: niet met metalen bestek eten
- zorgen dat je geen dingen in de buurt hebt die je vies vindt ruiken (zoals sterk ruikende planten en bloemen, koffie, parfum, sigaren- en sigarettenrook)
- zorgen dat je mond vochtig blijft
Voedingstips
Smaak en reuk zijn belangrijk als je lekker wilt eten, maar er zijn ook andere dingen die meetellen, zoals:
- hoe warm of koud het eten is – zorg dat je eten warm of koud genoeg is: warme vla en koude stamppot zijn niet lekker
- hoe het eten aanvoelt (structuur) – zorg dat je eten de structuur heeft die jij prettig vindt; de één houdt van zachtgekookt voedsel, de ander heeft graag iets stevigs om in te bijten
- hoe het eruit ziet – eten dat er lekker uitziet, smaakt ook lekkerder
De arts kan je ook doorverwijzen naar een diëtist, tandarts, mondhygiënist, KNO-arts (keel-, neus- en oorarts), neuroloog of logopedist.
Wat kan ik of mijn naaste doen?
Wat je zelf kunt doen, zie je hierboven: zorg dat je mond schoon en vochtig is. En als je rookt: roken heeft erg veel invloed op je smaak. Dus als je kunt stoppen, kan dat veel helpen.
Verder kunnen jij en je naasten kijken wat je wél lekker vindt. Probeer hapjes te vinden die je nog wel kunt proeven en waar je van kunt genieten. Van je eten genieten is geen luxe; het is een heel belangrijk deel van je leven en je gezondheid.
Heb je minder smaak of is je smaak veranderd? Praat er dan over met je (huis)arts of verpleegkundige. Zij kunnen je ook eventueel doorverwijzen.
Wat zijn mijn wensen?
Het is belangrijk dat je (huis)arts, je verzorgers en je naasten weten wat je voelt. Denk niet: ach, ik heb gewoon een rare smaak in mijn mond, of: het eten smaakt me nu even niet zo goed. Zeg gerust waar je last van hebt en probeer uit wat voor jou de beste en prettigste oplossing is, zodat je meer van je eten kunt genieten. Dat is niet alleen fijn, maar ook beter voor je gezondheid.