Problemen met slikken (dysfagie)
Als je ernstig ziek bent en niet meer beter kunt worden, heb je nog wel eten en drinken nodig. Dat zijn soms nog fijne momenten in een dag. Maar als je moeite krijgt met slikken (met een moeilijk woord dysfagie) is het niet meer zo lekker. Deze informatie gaat over slikproblemen en wat eraan gedaan kan worden.
Wat is problemen met slikken?
Moeite met kauwen of slikken of je verslikken noemen we slikproblemen. Eten en drinken kunnen voor slikproblemen zorgen.
Er zijn verschillende soorten problemen met slikken:
- Verslikken. Het eten of drinken komt in je luchtpijp.
- Het eten blijft steken in je mond, keel of slokdarm.
- Het voelt alsof je eten niet goed zakt, bijvoorbeeld door een tumor of maagzuur.
Als je eet of drinkt en je slikt, zijn er verschillende spieren en zenuwen nodig. Misschien heb je ook andere klachten. Het medische woord voor problemen met slikken is dysfagie.
Eten en drinken is vervelend als je niet goed kunt slikken. Misschien wil je helemaal niet meer eten of drinken. Of niet meer samen met anderen. Je kunt ook andere problemen krijgen, zoals:
- afvallen of ondervoeding
- verstikking
- longontsteking (dat kun je krijgen als je het eten niet goed kunt ophoesten nadat je je hebt verslikt)
Bij bepaalde ziekten komen slikproblemen vaker voor zoals bijvoorbeeld parkinson, kanker, dementie en ALS.
Wat merk je van slikproblemen?
- Je moet hoesten tijdens het eten en drinken
- Je kunt niet goed kauwen of eten doorslikken
- Je eten blijft in je mond of keel hangen
- Je stem klinkt anders na het eten
- Je hebt pijn bij slikken
- Je bent bang om te eten en te drinken
- Je valt af
Oorzaken van slikproblemen
Naast bepaalde ziekten of aandoeningen, kunnen mondklachten (zoals pijn in de mond of droge mond) leiden tot slikproblemen. Het is daarom belangrijk dat mondklachten behandeld worden als dat de oorzaak is van de slikproblemen.
Op Thuisarts lees je meer informatie over slikklachten bij parkinson. Ook komen slikklachten vaak voor bij kanker, daar lees je hierover meer op Thuisarts.
Onderzoek
Er zal eerst goed naar en in je mond gekeken worden. Ook zal aan je gevraagd worden hoe het gaat met eten en drinken. Een logopedist, bij voorkeur gespecialiseerd in slikstoornissen, kan met behulp van een test bepalen hoe ernstig de slikproblemen zijn en wat eraan gedaan kan worden.
Wat kan eraan gedaan worden?
Als je moeilijk kan slikken kan jouw dokter je doorverwijzen naar een logopedist, diëtist, en/of een tandarts. Een logopedist kan je bijvoorbeeld leren om anders en beter te slikken. De logopedist kan ook tips geven over eten en drinken. Bijvoorbeeld welk eten/drinken makkelijker is om door te slikken of te kauwen, en hoe je jouw favoriete eten en drinken kunt bewerken zodat het slikken veilig blijft.
Dat kan ook drinkvoeding of sondevoeding zijn. Bij sondevoeding komt voeding direct in je maag via een slangetje in je neus. Het is belangrijk om goed te bespreken wat het doel is van de sondevoeding en voor hoe lang het is. Zo lang mogelijk zelf kunnen eten en drinken is belangrijk. Aangepaste bekers, bestek of borden helpen hierbij. Dan gaat eten en drinken weer beter. Zo krijg je ook genoeg vocht en voedingsstoffen binnen.
Soms kan een ergotherapeut of fysiotherapeut helpen. Zij kijken naar de hele houding van jouw lichaam om beter te kunnen slikken. Ook kan een ergotherapeut meedenken welke hulpmiddelen in jouw situatie helpend kunnen zijn, zoals aangepaste bekers, bestek of borden. De ergotherapeut ondersteunt ook bij het oefenen met deze hulpmiddelen.
Het is ook goed om te kijken naar de medicijnen als slikken lastig gaat of onveilig is. Soms is het mogelijk om medicijnen in een andere vorm in te nemen, of bijvoorbeeld met appelmoes of slikgel.
Wat kan ik of mijn naaste doen bij slikproblemen?
Als je slikklachten hebt, is het belangrijk om je mond te blijven verzorgen. Poets zonder tandpasta, want het schuim van de tandpasta kan leiden tot verslikken. Als tandenpoetsen niet meer gaat, maak dan je mond en tanden schoon met een nat gaas met chloorhexidine 0,12%. Ook als je een kunstgebit hebt, is het belangrijk je mond, tong en slijmvliezen regelmatig schoon te maken.
Je kunt psychische klachten krijgen door problemen met slikken, bijvoorbeeld angst of schaamte. Het is daarom belangrijk dat je over je slikproblemen praat met je zorgverlener. Dan kun je doorverwezen worden voor hulp. Het helpt ook om met mensen te praten die hetzelfde meemaken (lotgenoten). Je kunt bij je patiëntenorganisatie kijken of je daar lotgenoten kunt vinden.
Wat zijn mijn wensen?
Het is belangrijk dat je zorgverleners weten wat je voelt. Dan kunnen ze zorgen dat je de juiste hulp krijgt. Het is ook belangrijk om open met je zorgverleners te praten over het wel of niet van sondevoeding. Heb je sondevoeding maar zou je hier graag mee willen stoppen, bespreek dit dan ook op tijd. Ook als naasten is het belangrijk om hierover het gesprek aan te gaan, vooral als jouw dierbare dit zelf niet meer kan.
Over deze tekst
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn 'Mondklachten en Slikstoornissen in de palliatieve fase'