Home Klachten Diarree

Diarree

Diarree is dunne ontlasting (poep). De poep is zo dun als pap, of zelfs als water. Je moet vaak en snel naar het toilet. Diarree gaat vaak samen met buikpijn en -krampen.  

Diarree is heel vervelend en kan ook andere klachten veroorzaken. Je kunt er bijvoorbeeld veel vocht door verliezen en uitgedroogd raken. 

Wat is diarree? 

Diarree komt vaak plotseling op en duurt meestal kort: een paar uren of dagen. Dat heet acute diarree. Houdt de diarree langer dan twee weken aan, dan is het chronische diarree.  

Diarree gaat vaak samen met buikkrampen. En omdat de poep zo dun is, en de patiënt soms niet snel genoeg op de wc kan komen, kunnen er ongelukjes gebeuren. Patiënten schamen zich daar vaak voor.  

Als de diarree lang duurt, raak je veel vocht kwijt en is er kans op uitdroging. Dit komt vooral bij ouderen voor. Met de diarree gaat er ook kalium verloren. Een tekort aan kalium kan leiden tot moeheid, zwakte, verlies van eetlust, misselijkheid en braken en in enkele gevallen tot hartklachten. Het is dus belangrijk om het verlies van vocht en (onder andere) kalium tegen te gaan. 

Wat merk ik van diarree? 

Diarree geeft lichamelijke klachten, maar (vaak) ook geestelijke.  

Lichamelijke klachten:

  • pijnlijke buikkrampen voor en/of tijdens het poepen 
  • de poep niet op kunnen houden (incontinentie voor ontlasting) 
  • pijn aan de anus en kapot gaan van de huid rond de anus 
  • uitdroging (vooral bij oudere patiënten) 
  • moeheid en zwakte  
  • afvallen  

Geestelijke en sociale klachten:

  • schaamte 
  • zich vies voelen 
  • angst om kleren en bed vuil te maken 

Oorzaken van diarree 

Diarree kan heel veel oorzaken hebben. De diarree die het vaakst voorkomt is acute diarree door verstopping/afsluiting (overloopdiarree), infecties en medicijnen. 

Acute diarree:

  • door ziekte, zoals: 
    • infecties van de maag en/of darmen 
    • gedeeltelijke afsluiting van de darm (zie Verstopping en Ileus
  • door de behandeling, zoals: 
    • radiotherapie 
    • chemotherapie 
    • medicijnen (onder andere antibiotica, laxeermiddelen)  
  • door andere oorzaken, zoals: 
    • voeding (onder andere sondevoeding) 

Chronische diarree:

  • door ziekte, zoals: 
    • alvleesklierkanker 
    • hormoon producerende tumoren (neuro-endocriene tumoren, medullair schildkliercarcinoom) 
    • fistels in het maag-darmkanaal 
    • chronische darminfecties (parasitair) 
  • door de behandeling, zoals: 
    • het weghalen van een stuk van de maag en/of de darmen 
    • een afstotingsreactie na beenmergtransplantatie  
  • door andere oorzaken, zoals:   
    • lactose intolerantie 
    • gluten overgevoeligheid 
    • bacteriële overgroei 
    • prikkelbaar darm syndroom 
    • chronische darmziekten (Crohn/colitis ulcerosa) 
    • schildklierziekten.  

Onderzoek 

De arts zal je eerst vragen stellen over je voorgeschiedenis (hoe het vroeger met je ging) en je klachten. Daarna word je onderzocht.   

Het kan zijn dat je arts meer onderzoeken voorstelt, zoals: 

  • bloedonderzoek 
  • onderzoek van de ontlasting 
  • een CT-scan 
  • endoscopie, waarbij de arts met een camera in je darm kijkt 

Diarree: wat kan eraan gedaan worden? 

Als bekend is waar de diarree door komt, is het belangrijk om de oorzaak aan te pakken, bijvoorbeeld door:  

  • aanpassing van de medicatie die de diarree veroorzaakt 
  • laxeermiddelen bij overloopdiarree (zie Verstopping en Ileus
  • aanpassing van de (sonde)voeding 
  • antibiotica, als de dikke darm ontstoken is door bepaalde bacteriën  
  • behandeling van chronische darminfecties  
  • stoffen die de opname van de voeding verbeteren (alvleesklierenzymen) 
  • behandeling van aandoeningen zoals een te snel werkende schildklier 

Daarnaast is het advies vaker kleine beetjes te drinken en te eten (bijvoorbeeld bouillon), stoppen van plastabletten en mogelijk starten met ORS en diarreeremmer (loperamide) na overleg met jouw behandelend dokter.    

Behandeling van de oorzaak helpt niet altijd (genoeg), dan kunnen onderstaande adviezen uitkomst bieden.   

Aanpassen van de voeding, bijvoorbeeld door: 

  • genoeg te drinken (zoals bouillon, mineraalwater zonder prik, thee) 
  • het eten te verdelen over meerdere kleine maaltijden per dag 
  • geen dingen te eten of drinken die je darmen prikkelen, zoals koffie, alcohol, prik, ui, prei, kool en scherpe specerijen 

Andere maatregelen, zoals: 

  • incontinentiemateriaal gebruiken  
  • de huid rond de anus beschermen met bijvoorbeeld zinkolie, barrièrecrème of Cavilon® swabs of spray 
  • opvangzakken voor de ontlasting of een anaaltampon gebruiken 
  • geuroverlast tegengaan door vuil incontinentiemateriaal snel te verwijderen, goed ventileren en regelmatig verschonen van beddengoed en kleding 

Wat kan ik of mijn naaste doen?  

Het is heel belangrijk om veranderingen in je poep (kleur, vorm, geur) te melden bij je arts of verpleegkundige. Dat is niet raar, maar heel verstandig.  

Probeer uit welke voeding voor jou het beste werkt, en verdeel het eten over meerdere kleine porties per dag. 

Wat zijn mijn wensen?  

Als je arts je een behandeling voorstelt, hoef je daar geen ‘ja’ op te zeggen. Het is erg belangrijk om goed na te denken over wat jij zelf wil. Vraag gerust naar de voordelen én de nadelen van de behandelingen. Wat weegt voor jou het zwaarst? Wat wil je wel, en wat wil je niet? Bespreek je wensen met je arts, zorgverleners en naasten. Vertel hun duidelijk wat je wilt. Dan kunnen zij jou de zorg bieden die bij jou past.

Heb je gevonden wat je zocht?

Meer weten? Stel je vraag

Neem voor spoedeisende vragen en vragen over je persoonlijke, medische situatie altijd contact op met je eigen arts of verpleegkundige.
Stel jouw vraag