Home Klachten Verwardheid

Verwardheid (delier)

Door je ziekte gaan er dingen mis in je lichaam. Bovendien kan het zijn dat je te weinig drinkt, heftig op bepaalde medicijnen reageert, een infectie (bijv. longontsteking of blaasontsteking) en/of koorts krijgt of dat je bloedsuiker erg schommelt. Daardoor kun je plotseling verward worden en een zogenaamd delier krijgen. Wat is dat precies, en wat kan eraan gedaan worden?   

Wat is delier? 

Als je een delier hebt, word je plotseling (binnen uren of dagen) verward. Je kan heel zenuwachtig en onrustig zijn (hyperactief delier) of juist erg stilletjes (stil delier). Het kan ook zijn dat je op het ene moment onrustig bent, en op het andere moment bijna niet reageert. Vaak is een delier 's nachts erger dan overdag. Alleen als je een lichamelijke ziekte hebt, kun je een delier krijgen.  

Wat merk ik van een delier? 

Als je een delier hebt, ben je verward en voel je je onrustig en opgejaagd, of juist ‘los van de wereld.’ Je hebt problemen met aandacht, geheugen, denken en/of waarnemen.  

Het kan zijn dat je wanen hebt. Dat zijn gedachten die niet kloppen met de werkelijkheid, zoals het gevoel dat je achtervolgd wordt. Misschien zie of hoor je dingen die er niet zijn (hallucinaties). Je reageert anders op je omgeving. 

Wie krijgt een delier?
Iedereen kan een delier krijgen, maar sommige mensen hebben méér kans op een delier dan anderen. Dat zijn mensen met een lichamelijke ziekte en: 

  • een leeftijd boven de 70 jaar 
  • al bestaande stoornissen van het denken/ functioneren van de hersenen, zoals dementie 
  • een herseninfarct of een hersenbloeding (beroerte of CVA)  
  • problemen met zien en/of horen 
  • problemen met de normale dingen van het dagelijks leven 
  • gebruik van alcohol en opioïden (pijnstillers, bijvoorbeeld morfine) 

Oorzaken van delier 

Een delier heeft altijd een lichamelijke oorzaak. Dat kan zijn:  

  • een ziekte, of de gevolgen daarvan (zoals een infectie, problemen met hart of longen, uitdroging, te weinig zuurstof, te hoge of te lage bloedsuiker) 
  • tumoren of uitzaaiingen in de hersenen
  • het stoppen, of juist starten van bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld opioïden (pijnstillers, bijvoorbeeld morfine) of corticosteroïden (prednison of dexamethason), of het stoppen met roken 
  • een operatie 

Onderzoek 

Onrust hoeft niet altijd door een delier te komen. Het kan ook veroorzaakt worden door medicijnen, niet kunnen plassen, verstopping (obstipatie), pijn of angst. Dus moet de arts eerst uitzoeken wat er aan de hand is. 

De arts zal jou of je naasten eerst vragen stellen over je voorgeschiedenis (hoe het vroeger met je ging) en je klachten. Daarna krijg je een lichamelijk onderzoek.  

Zij kan daarna extra onderzoek laten doen, zoals: 

  • urine- of bloedonderzoek 
  • longfoto 
  • CT-scan of MRI van de hersenen 

Delier: wat kan eraan gedaan worden? 

Behandeling van de oorzaak: 

  • behandeling van infecties 
  • behandeling van uitdroging, bloedarmoede, zuurstoftekort, te hoog calciumgehalte van het bloed en dergelijke
  • medicijnen minderen of ermee stoppen  
  • bij ontwenningsverschijnselen door stoppen met medicijnen: weer beginnen met deze medicijnen 
  • bij ontwenningsverschijnselen door stoppen met roken: nicotinepleisters 

Behandeling van de klachten: 

  • iemand met een delier heeft vooral rust en veiligheid nodig. De patiënt wordt vaak rustiger als er een bekende bij hem is. Het is belangrijk om te beseffen dat de patiënt op dat moment het meeste heeft aan de zachte klank van een bekende stem en geruststellende woorden 
  • bij een ernstig delier worden vaak ook medicijnen gegeven. Meestal is dat haloperidol (Haldol®). Behalve als je de ziekte van Parkinson of Lewy Body Dementie hebt.

Wat kan ik of mijn naaste doen?  

Op het moment dat je een delier hebt, kan je daar zelf niets aan doen. Maar een (ernstig) delier kan misschien wel voorkomen worden. Er zijn waarschuwingen vooraf, zoals: 

  • dag en nacht omdraaien, niet weten welke dag het is 
  • levendige dromen en/of nachtmerries 
  • overgevoeligheid voor prikkels, zoals licht en geluid 
  • moeite om gevoelens onder controle te houden, bijvoorbeeld snel huilen (emotionele labiliteit)  
  • niet weten waar je bent (desoriëntatie ) 
  • achterdochtig of wantrouwend zijn 

Het is belangrijk om deze signalen op tijd te zien en aan de arts te melden. Die kan dan misschien een (ernstig) delier voorkomen. Hier kunnen je naasten een grote rol in spelen. Zij zullen de voortekenen van een delier waarschijnlijk eerder opmerken dan jijzelf. 

Een patiënt met een delier is vaak niet zichzelf. Hij/Zij kan rare dingen doen, denken of zeggen. Het heeft geen zin om daarover in discussie te gaan. Het is belangrijk om dat als naaste te beseffen.  

Wat zijn mijn wensen?  

Als je een delier hebt, kun je vaak zelf geen beslissingen meer nemen. Je bent immers niet jezelf. In dit geval beslist je naaste samen met je arts. Als de arts een behandeling voorstelt, is het erg belangrijk om goed na te denken over wat de patiënt zelf wil. Vraag gerust naar de voordelen en de nadelen van de behandelingen. Wat weegt het zwaarst?  

Bespreek zelf wensen met je arts, zorgverleners en naasten. Vertel duidelijk wat je wilt. Dan kunnen zij jou op zo'n moment de zorg bieden die bij jou past.

Nazorg na een delier 

Een delier is vaak een hele vervelende ervaring. Het kan zorgen voor schaamte voor wat er gebeurt is, of angst omdat je het niet zag aankomen. Het kan helpen om hier later over te praten. Een zorgverlener zoals een psycholoog of geestelijk verzorger kan je hierbij ondersteunen. Vragen over een delier kun je altijd stellen aan je arts, verpleegkundige of verzorgende. 

Patiënten die een delier hebben gehad zijn kwetsbaarder om opnieuw een delier te krijgen. Het is daarom belangrijk om dit te zeggen bij een opname in het ziekenhuis of verpleeghuis.

Meer informatie over delier

We hebben de informatie gemaakt met de richtlijn voor zorgverleners over delier in de palliatieve fase

Heb je gevonden wat je zocht?

Meer weten? Stel je vraag

Neem voor spoedeisende vragen en vragen over je persoonlijke, medische situatie altijd contact op met je eigen arts of verpleegkundige.
Stel jouw vraag