Te hoog calcium (hypercalciëmie)
Calcium (‘kalk’) is goed voor ons: het zorgt onder andere voor sterke botten. Maar als er botweefsel wordt afgebroken, komt er calcium uit de botten in het bloed. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door multipel myeloom (voorheen ziekte van Kahler) of uitzaaiingen in de botten. Te veel calcium in het bloed kan ernstige klachten geven en zelfs tot de dood leiden. Als het gewenst is, is het belangrijk om er op tijd iets aan te doen.
Wat is te veel calcium in het bloed in de palliatieve fase?
Als er te veel calcium in je bloed zit, noem je dat hypercalciëmie. Dat geeft allerlei klachten, en de ene klacht leidt vaak tot de andere. Bijvoorbeeld: je nieren proberen het calcium uit je bloed te halen en dat zorgt ervoor dat je veel moet plassen. Daardoor kun je uitdrogen. En daardoor kan je suf en verward raken.
Wat merk ik van te veel calcium in het bloed in mijn laatste levenfase?
Te veel calcium in het bloed kan veel klachten geven, maar dat is niet altijd zo: sommige mensen merken er (bijna) niets van. Daarom is het goed om bij bepaalde ziektes (zoals multipel myeloom, voorheen ziekte van Kahler of bij uitzaaiingen in de botten) af en toe te meten hoeveel calcium er in het bloed zit.
Patiënten met te veel calcium in het bloed kunnen last hebben van:
- geen zin hebben in eten
- misselijkheid en overgeven
- harde ontlasting (verstopping)
- veel moeten plassen
- dorst
- moeheid
- je heel ziek voelen (malaise)
- uitdroging en gewichtsverlies
- zwak zijn, geen kracht hebben
- verward, suf zijn (delier)
- hartritmestoornissen (zeer ernstig)
Oorzaken van te veel calcium in het bloed
Te veel calcium in het bloed komt meestal doordat botweefsel wordt afgebroken, bijvoorbeeld door kanker of uitzaaiingen in het bot. In bot zit veel calcium en als het bot wordt afgebroken, komt er calcium in het bloed. Dit komt vooral voor bij:
- multipel myeloom (voorheen ziekte van Kahler)
- uitzaaiingen in de botten, bijvoorbeeld bij long- of borstkanker
Maar hypercalciëmie kan ook komen door:
- te snel werkende bijschildklieren
- te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie)
- slecht werkende nieren
- slecht werkende bijnieren
- bijwerkingen van bepaalde medicijnen (calcium, vitamine A of D, bepaalde plastabletten)
- ziekte van Besnier-Boeck (sarcoidose)
- ziekte van Paget (botziekte)
Onderzoek
Klachten in de laatste fase van je leven zoals misselijkheid, verstopping en sufheid, worden niet altijd veroorzaakt door te veel calcium in het bloed. Ze komen bijvoorbeeld ook voor bij chemotherapie, darmafsluiting (ileus) of als bijwerkingen van bepaalde pijnstillers (opioïden). Het is belangrijk dat jouw zorgverlener deze klachten onderzoekt.
De arts zal je eerst vragen stellen over je voorgeschiedenis (hoe het vroeger met je ging) en je klachten. Daarna word je onderzocht. Om te weten of er echt te veel calcium in je bloed zit, zal je zorgverlener je bloedonderzoek aanraden. Daarvoor moet je bloed laten prikken. Ook is het soms nodig om een hartfilmpje of scan te laten maken.
Te veel calcium in het bloed in de laatste levensfase: wat kan eraan gedaan worden?
Als bekend is waar het teveel aan calcium door komt, en je wilt en kan er iets aan doen, is het belangrijk om de oorzaak aan te pakken, bijvoorbeeld door:
- behandeling van de tumoren
- verandering van de medicatie (bijvoorbeeld bij (bij)schildklier- of (bij)nierproblemen)
Behandeling van de oorzaak in de palliatieve fase is niet altijd mogelijk of gewenst. De behandeling richt zich dan op het verlichten van klachten. De behandeling kan bestaan uit:
- extra vocht (vanwege het vele plassen)
- medicijnen (vaak via een infuus, dat kom soms ook thuis)
Wat kan ik of mijn naaste doen?
Als het mogelijk is, is het belangrijk om voldoende te drinken om te voorkomen dat je uitdroogt. Het kan zijn dat er in de laatste fase van je leven te veel calcium in je bloed zit zonder dat je daar zelf iets van merkt. Daarom kun je aan je zorgverlener vragen of het verstandig is om af en toe je bloed te laten onderzoeken als je (bijvoorbeeld) uitzaaiingen in de botten hebt, of als je een van de andere ziektes hebt in het lijstje onder de kop Oorzaken.
Als je wel klachten hebt, zoals veel plassen of een onregelmatige hartslag of sufheid, zeg dat dan tegen je zorgverlener. Maak je je zorgen? Vraag dan gerust of je bloed onderzocht kan worden op calcium.
Vertel ook tegen je arts of verpleegkundige wat je belangrijk vindt in het leven. Palliatieve zorg is niet gericht op genezing, maar op jouw welzijn. Daarbij staat jouw kwaliteit van leven voorop: wat jij belangrijk vindt in het leven en wat jij nodig hebt.
Wat zijn mijn wensen?
Als jouw zorgverlener je een behandeling voorstelt, hoef je daar geen ‘ja’ op te zeggen. Het is erg belangrijk om goed na te denken over wat jij zelf wil. Ook in je laatste levensfase. Vraag gerust naar de voordelen én de nadelen van de behandelingen. Wat weegt voor jou het zwaarst? Wat wil je wel, en wat wil je niet? Bespreek je wensen met je arts, zorgverleners en naasten. Vertel hun duidelijk wat je wilt. Dan kunnen zij jou de zorg bieden die bij jou past.
Meer informatie over hypercalciëmie
Deze informatie is gemaakt op basis van de richtlijn 'Hypercalciëmie in de palliatieve fase' voor zorgverleners.