Home Klachten Blaaskatheter-problemen

Blaaskatheter-problemen

Een blaaskatheter is een slangetje waardoor je plas vanuit je blaas naar buiten kan. Daar wordt het opgevangen in een zak. Een blaaskatheter kan bijvoorbeeld nodig zijn als je blaas niet goed werkt, als je plasbuis verstopt is, of als je je urine niet op kunt houden. 

Een blaaskatheter kan problemen geven. Misschien is hij moeilijk in te brengen of blijft hij niet goed zitten. Of: de blaaskatheter kan pijn en/of een blaasontsteking geven, of verstopt raken. 

Wat is een blaaskatheter?

Er bestaan twee soorten blaaskatheters: 

  1. een katheter die door de plasbuis naar buiten loopt (transurethrale katheter) 
  2. een katheter die door de buikwand in de onderbuik heen naar buiten loopt (suprapubische katheter) 

Het legen van de blaas met een blaaskatheter heet blaaskatheterisatie. Het kan ook voorkomen dat de blaas één keer leeg wordt gehaald met een katheter. Zo’n eenmalige katheterisatie gebeurt: 

  • om te meten wat er in de blaas achterblijft na het plassen 
  • om de blaas leeg te maken als iemand plotseling niet meer kan plassen 

Vaak moet de katheter blijven zitten (verblijfskatheter). Een verblijfskatheter wordt elke zes tot acht weken verwisseld.

Een verblijfskatheter kan nodig zijn als: 

Sommige patiënten willen geen verblijfskatheter, maar kunnen niet zelf plassen. Dan kan de blaas telkens leeg gemaakt worden met een katheter (intermitterende katheterisatie). Dat is alleen mogelijk als katheteriseren makkelijk gaat. Je kunt leren hoe je dat bij jezelf kunt doen. 

Wat merk ik van blaaskatheter-problemen?

Een blaaskatheter kan verschillende klachten geven, zoals:   

  • moeilijkheden bij het inbrengen 
  • meer dan twee tot drie liter plassen per dag (polyurie) na het inbrengen; dit gaat meestal binnen 24 uur weer over 
  • urine die langs de katheter naar buiten lekt 
  • bloed en stolsels in de urine 
  • infectie van de urinewegen, met koorts, pijn, je ziek voelen 

Oorzaken van blaaskatheter-problemen

De oorzaken verschillen per klacht.  

Moeilijkheden bij het inbrengen van een katheter kunnen bijvoorbeeld ontstaan door: 

  • een vernauwde voorhuid 
  • vernauwing van het plasgaatje of de plasbuis  
  • een vergrote prostaat 
  • tumor 

Als er urine langs de katheter naar buiten lekt, kan dat komen door: 

  • blaaskramp 
  • urineweginfecties 
  • blaasstenen 
  • het ballonnetje (te groot of te klein) 
  • verstopping van de katheter 
  • het niet goed op zijn plaats zitten van de katheter 
  • een knik in het slangetje van de katheter 

Bloed en stolsels in de urine kunnen het gevolg zijn van: 

  • beschadiging van de blaaswand door de katheter 
  • blaasstenen 
  • blaasontsteking 
  • verstopping in de katheter 
  • een tumor in de blaas 

Onderzoek

De arts zal onderzoeken hoe de problemen met de katheter zijn ontstaan, zodat ze opgelost kunnen worden. 

Blaaskatheter-problemen: wat kan eraan gedaan worden?

Als bekend is waardoor de problemen met de katheter zijn ontstaan, kan de oorzaak worden aangepakt. 

Als de katheter moeilijk in te brengen is: 

  • doorverwijzing naar een uroloog 
  • een katheter door de buikwand gebruiken in plaats van een katheter door de plasbuis 

Als er urine langs de katheter naar buiten lekt: 

  • de grootte van het ballonnetje aanpassen 
  • de katheter doorspoelen 
  • de katheter weer op de juiste plaats brengen 
  • een nieuwe katheter inbrengen 
  • medicijnen, bijvoorbeeld tegen blaaskramp 

Als er bloed en stolsels in de urine zitten: 

  • medicijnen aanpassen (stoppen van antistollingsmiddelen) 
  • veel drinken of extra vocht geven via een infuus 
  • de blaas spoelen  
  • de katheter doorspoelen 

Bij een infectie van de urinewegen: 

  • antibiotica: alleen als de patiënt klachten heeft, zoals  
    • koorts  
    • pijn  
    • urinelekkage  
    • ontsteking van de bijbal 
    • een ziek gevoel (algehele malaise) 

Wat kan ik of mijn naaste doen?  

Het is belangrijk om goed met je katheter om te gaan: zorg dat er geen knik in het slangetje komt, dat de zak op tijd verwisseld wordt, en dat je goed en schoon werkt als je jezelf katheteriseert.  

Als je klachten hebt, blijf er dan niet mee rondlopen. Heb je pijn en/of krampen in je urinewegen? Heb je koorts, of loopt er urine langs de katheter? Praat er over met je arts of verpleegkundige.  

Vertel ook tegen je arts of verpleegkundige wat je belangrijk vindt in het leven. Palliatieve zorg is niet gericht op genezing, maar op jouw welzijn. Daarbij staat jouw kwaliteit van leven voorop: wat jij belangrijk vindt in het leven en wat jij nodig hebt.  

Wat zijn mijn wensen?  

Als je arts je een behandeling voorstelt, hoef je daar geen ‘ja’ op te zeggen. Het is erg belangrijk om goed na te denken over wat jij zelf wil. Ook in je laatste levensfase. Vraag gerust naar de voordelen en de nadelen van de behandelingen. Wat weegt voor jou het zwaarst? Wat wil je wel, en wat wil je niet? Bespreek je wensen met je arts, zorgverleners en naasten. Vertel hun duidelijk wat je wilt. Dan kunnen zij jou de zorg bieden die bij jou past. 

Heb je gevonden wat je zocht?

Meer weten? Stel je vraag

Neem voor spoedeisende vragen en vragen over je persoonlijke, medische situatie altijd contact op met je eigen arts of verpleegkundige.
Stel jouw vraag