Home Klachten Slecht slapen

Slecht slapen (insomnia)

Je lichaam en geest hebben rust nodig. Die rust krijg je vooral tijdens de slaap. Als je slaapt heb je (bijna) geen contact met de wereld om je heen. Je kunt wel wakker worden door bijvoorbeeld geluid en licht, maar tijdens de slaap merk je niet wat er om je heen gebeurt.  

Goed slapen is belangrijk. Maar in de palliatieve fase krijgen patiënten vaak te maken met slaapproblemen. 

Wat zijn slaapproblemen? 

Er bestaan verschillende soorten slaapproblemen, zoals: 

  • niet (goed) kunnen slapen (insomnia) 
  • te veel slapen, slaperig zijn 
  • slaapwandelen, nachtmerries 
  • slapen en wakker zijn op ‘verkeerde’ tijden, bijvoorbeeld overdag veel slapen en ’s nachts wakker liggen 

In de palliatieve fase gaat het vooral om insomnia. Bij insomnia kan je problemen hebben met inslapen en/of doorslapen en/of te vroeg wakker worden. Als je wel slaapt, slaap je vaak heel licht (een slechte slaapkwaliteit). 

Wat merk ik van slaapproblemen? 

Als je slecht slaapt, kun je klachten krijgen, zoals:  

  • moe zijn 
  • je hoofd er niet bij kunnen houden, niet helder kunnen denken 
  • niet goed om kunnen gaan met stress of drukte 
  • somber of chagrijnig worden 
  • depressief worden 
  • niet kunnen genieten 

Oorzaken van slaapproblemen 

Problemen met het slapen kunnen diverse oorzaken hebben. Vaak is er niet één bepaalde oorzaak aan te wijzen, maar gaat het om een combinatie. Insomnia kan (mede) veroorzaakt worden door:  

  • aanleg (eerdere slaapproblemen en/of slaapproblemen in de familie) 
  • niet de goede slaaphouding kunnen vinden, geen goed matras of kussen 
  • onrustige slaapomgeving, geluid, licht 
  • somberheid, piekeren, angst 
  • onrustig, verward zijn, delier 
  • te actief zijn (manisch) 
  • alcohol, tabak, koffie, drugs, maar ook het stoppen met deze middelen kunnen tot slapeloosheid leiden 
  • bijwerkingen van bepaalde medicijnen, zoals dexamethason, pijnstillers of hormonen, maar ook het stoppen met die medicijnen kunnen tot slapeloosheid leiden 
  • overdag (veel) slapen 
  • onregelmatig slapen, soms overdag, soms ’s nachts (bij onregelmatig werk) 
  • slaapmiddelen verkeerd gebruiken (te veel, te weinig, op de verkeerde tijden) 
  • slechte lichamelijke toestand 
  • opvliegers (het heel warm hebben, erg zweten) 
  • klachten zoals pijn, hoesten, jeuk, misselijkheid, vaak moeten plassen, tekort aan zuurstof en/of stapeling van koolzuur in het bloed, zuurbranden, diarree, krampen in de benen, rusteloze benen, slaap-apneu syndroom (OSAS) 
  • dag en nacht niet uit elkaar kunnen houden, bijvoorbeeld bij dementie of de ziekte van Parkinson 

Mensen met insomnia kunnen gaan piekeren over hun slaapproblemen. Ze proberen uit alle macht om in slaap te vallen, omdat dat ‘moet’. Daardoor blijven ze dan vaak juist wakker. Probeer om zo ontspannen mogelijk te blijven en te accepteren dat je wakker bent. Het klinkt raar, maar dat helpt vaak het beste. Mensen met slaapproblemen slapen soms veel overdag, waardoor ze ’s nachts weer moeilijker in slaap vallen. 

Onderzoek 

Vertel je arts over je slaapproblemen, ook als zij er niet naar vraagt. De arts zal je vragen stellen en zij zal ook met je naasten en zorgverleners praten om meer over je slaapgewoontes en slaapproblemen te weten te komen. 

De arts bekijkt of er lichamelijke of geestelijke oorzaken voor je slaapproblemen zijn. 

Slaapproblemen: wat kan eraan gedaan worden? 

Als de oorzaak van de slaapproblemen bekend is, is het belangrijk om die aan te pakken. Dat kan bijvoorbeeld door: 

  • ziekte of klachten (zoals pijn, jeuk, delier) te behandelen 
  • je medicatie aan te passen 

Als behandeling van de oorzaak niet kan of (onvoldoende) helpt, kan behandeling van de klachten uitkomst bieden. Hieronder vind je een aantal tips. 

Wat kan ik of mijn naaste doen?  

Jij en je naasten kunnen veel doen om te zorgen dat je beter slaapt.  

Het begint met een rustige, prettige omgeving. Denk bijvoorbeeld aan: 

  • nachtelijke rust en stilte 
  • een donkere kamer, eventueel met een nachtlampje 
  • weten dat er iemand in de buurt is als je hulp nodig hebt 
  • rustgevende muziek 
  • pyjama of nachtpon die lekker zit 
  • goed opgemaakt bed met een goed matras en hoofdkussen 
  • frisse lucht en prettige temperatuur in de kamer 
  • zo nodig plassen en poepen voor het slapen gaan 

En verder kunnen deze tips ook helpen: 

Overdag 

  • sta elke dag op dezelfde tijd op, ook als je je nog niet uitgeslapen voelt 
  • probeer overdag zo veel mogelijk wakker te zijn 
  • zorg dat je overdag of vroeg in de avond wat beweging neemt 

Voor het slapen gaan 

  • maak een kleine wandeling voor het slapen gaan, maar span je niet te veel in 
  • probeer je te ontspannen vóór je gaat slapen, maak je gedachten rustig 
  • doe altijd dezelfde dingen voor je gaat slapen 
  • ga pas naar bed als je slaperig bent 
  • drink geen koffie en alcohol en eet geen grote maaltijd in de uren voor je gaat slapen 

Algemeen 

  • gebruik de slaapkamer alleen om te rusten, te slapen of te vrijen 
  • draai de wekker om, dan zie je niet telkens hoe lang je wakker ligt 
  • sta op als je na een kwartier nog niet slaapt en ga pas weer naar bed als je slaperig bent 
  • doe ontspanningsoefeningen of cognitieve gedragstherapie met de hulp van een fysiotherapeut en/of psycholoog 
  • gebruik, in overleg met en na goedkeuring van je arts, slaapmiddelen 

Wat zijn mijn wensen?  

Genoeg rust en slaap krijgen is erg belangrijk voor je lichamelijke én geestelijke gezondheid. Daarom is het heel goed om met je (huis)arts, je naasten en je verzorgers over je slaapproblemen te praten. Zeg duidelijk waar je last van hebt en wat je wilt. Dan kan iedereen zijn of haar best doen om jou een betere nachtrust te geven. 

Heb je gevonden wat je zocht?

Meer weten? Stel je vraag

Neem voor spoedeisende vragen en vragen over je persoonlijke, medische situatie altijd contact op met je eigen arts of verpleegkundige.
Stel jouw vraag