Heftige periode

Slapeloze nachten
‘Mijn moeder was 96 jaar en woonde nog thuis. Ik was haar enige mantelzorger. Ze was mentaal heel sterk en goed bij, maar lichamelijk ging ze opeens heel hard achteruit. Op een gegeven moment ging het zo slecht met haar dat ik dag en nacht bij haar was. Maar na 5 volle dagen en slapeloze nachten trok ik het niet meer. Ik heb toen zelf aan de bel getrokken. Ze kon niet thuisblijven omdat er niet genoeg thuiszorg was. Er was gelukkig plek in het hospice bij mij in de buurt waar mijn moeder is opgenomen.’
Hospice
‘Het was fijn dat mijn moeder werd opgenomen in het hospice in de buurt, want dan konden mijn man en ik elke dag op bezoek. Over het hospice heb ik niets meer dan lof. De mensen waren zo lief voor haar, er werd altijd gekeken naar wat zij wilde. De huisarts, thuiszorg en heel veel vrijwilligers zorgden heel goed voor de bewoners in het hospice. Maar ook wij als mantelzorger konden er terecht voor een gesprek en werden door goed ondersteund. Mijn moeder zei soms weleens: “ik wil niet meer leven, maar ik zou wel in dit viersterrenhotel willen blijven.’
Vertrek
‘Maar helaas kon dat niet. Na 4,5 maand vertrok ze uit het hospice omdat haar overlijden niet aanstaande was, en er een plekje vrij was in het verpleeghuis. Het was begrijpelijk en het is fijn dat ze zo’n bijzondere tijd in het hospice heeft gehad. Dit was voor mijn man en mij wel een hele heftige periode.’
Werktijden
‘Wat een verpleeghuis anders maakt dan een hospice is dat de zorg niet meer persoonlijk is. Mijn moeder moest zich houden aan vaste tijden van de verzorgenden en dat kan soms niet. Zo drukte ze op de bel omdat ze moest plassen en dan duurde het vaak een half uur voordat er iemand kwam. Want ze hadden net pauze of waren met andere bewoners bezig. Het gevolg dat mijn moeder vaker op de bel ging drukken, omdat ze bang was dat er niemand zou komen als ze echt moest.’
Angst
‘Mijn moeder werd steeds banger. Ze kreeg daarvoor medicatie maar dat was niet genoeg. De arts van het verpleeghuis had opgeschreven dat mijn moeder ‘zo nodig’ medicijnen bij mocht krijgen. Maar in de praktijk durfde niemand een beslissing te nemen wanneer zo nodig was. Dus ze kreeg met moeite meer medicijnen. Ik moest dan wel eerst zelf gesprekken aanvragen en contact opnemen met de arts. Dat vond ik heel moeilijk en zorgde dat ik steeds discussies kreeg.’
5,5 maand
‘Uiteindelijk heeft mijn moeder nog 5,5 maand in het verpleeghuis geleefd. Een paar dagen voor haar overlijden is ze gesedeerd omdat ze zo bang was. Ze kon het leven niet loslaten. Voor mij en mijn man kwam er toen een einde aan 10 maanden fulltime met mijn moeder bezig zijn.’
Nazorggesprek
‘Na het overlijden heb ik nog een nazorggesprek gehad met iemand van de afdeling van het verpleeghuis. Ik vond dat er veel te weinig contact met ons als mantelzorgers was. Ook werd er te weinig geluisterd naar waar het volgens ons fout ging, naar wat er verbeterd kon worden. Ik had aangeboden om met de verpleging van de afdeling bij elkaar te komen en te vertellen hoe de ervaring was als mantelzorger. Helaas heb ik nooit meer iets gehoord. Dat vind ik heel jammer.
Astrid is de dochter van Marliesel, en is 67 jaar. Marliesel werd 96 jaar en is in 2024 overleden.